joris weitjens schreef:verspreiden...
Komt dit ook daadwerkelijk ten goede van de verspreiding?
Bevordert dit de overlevingskansen of remt het juist?
Joris,
stiekem vermoed ik dat jij zelf wel een pasklaar antwoord op deze vragen hebt. Anderzijds; hoe meer inzichten, hoe rijker je kennis.
Ook ik heb dus even de kat uit de boom gekeken vwb deze vraag.
Even meegeven hoe ik er tegenaan kijk, wat mijn ervaringen zijn in Vlaanderen.
Op de IJzer hebben we beide 'tactieken' al eens geprobeerd. In 2001 werden de 120 projectspiegels netjes verdeeld over 4 uitzetpunten van telkens 30 visjes. In 2006 gingen er 202 projecters op dezelfde stek te water. Vier jaar later moet ik vaststellen dat beide lichtingen zich over de volledige lengte van de rivier verspreid hebben. Ook zijn er van beide lichtingen reeds terugmeldingen op aangetakte waterlopen (concreet: kanaal Plassendale - Nieuwpoort).
Op het kanaal Gent - Oostende een gelijkaardig verhaal. Gezien dit kanaal door twee provincies stroomt (en wij provinciegebonden zijn vwb toelating tot uitzetting), werden er de afgelopen twee jaar vissen uitgezet in beide provincies. Ondanks een belangrijk migratieknelpunt (scheepssluis die een verval/niveauverschil van minstens 1 meter overbrugt) hebben we al melding van een Westvlaamse vis die op Oostvlaamse bodem gevangen werd. Verder zijn er vangsten van projectspiegels gerealiseerd tot tegen de zeesluis te Oostende. Vissen die uitgezet werden op het sluisstuk Oostende - Brugge (pak em beet 19km) worden werkelijk overal teruggevangen op dat stuk.
Kort: de projectspiegels verspreiden zich vanzelf wel. In mijn ogen is het zelf verspreiden niet echt
noodzakelijk. Wel is het
leuk(er) om op te volgen achteraf. Vooral de eerste twee - drie jaar na uitzetting. Na een jaartje of vier wordt het vanzelf wel een mengelmoesje.
Wat de impact op de overlevingskansen is?
Ook dit is een moeilijke!
Theoretisch bekeken kan dat spreiden in het voordeel werken. Denken we maar aan de abiotische factoren waar we zelf geen grip op hebben. Stel dat het sluisstuk waar alle vissen werden uitgezet plots met een zuurstoftekort kampt (omwille van een overstort of andere vervuiling bijv)... Bij spreiding over diverse sluisstukken komt slechts een gedeelte van de lichting in moeilijkheden (logischerwijs blijven de hogeropgelegen stukken gespaard dan).
Praktisch hebben we al meermaals mogen vaststellen dat visjes mekaar opzoeken nét na het uitzetten. Dit verhoogt vermoedelijk het veiligheidsgevoel. Waarschijnlijk een terecht gevoel, trouwens. In die context kan één groot uitzetpunt in het voordeel spelen.
Op de keeper beschouwd heeft het al dan niet spreiden van uitzetvisjes geen significante voor- of nadelen. Zolang je maar in groepjes uitzet!
Hier en daar een beestje lijkt me de minst geslaagde optie.
Indien ik verkeerd zit, verbeter me gerust!
Groet,
Filip.